Het openen van de spoorwegen voor concurrentie leidt tot lagere prijzen van kaartjes en een betere service. Voor sommigen wellicht een open deur, maar het is nu bevestigd in een onderzoek dat in opdracht van de Europese Commissie is uitgevoerd. De onderzoekers keken in diverse Europese landen waar al directe concurrentie op het spoor is.
Op woensdag meldde Treinreiziger dat vervoersmaatschappij Arriva in december de eerste vervoerder kan worden die in Nederland echt de concurrentie met de NS aangaat op het spoor. In het onderzoeksrapport, dat de Europese Commissie deze week openbaar maakte, is te zien wat er in andere Europese landen gebeurde nadat er een directe concurrent op traject kwam.
Door Europese wetgeving geldt er nu open toegang op het spoor. Vervoerders die ergens een treindienst willen beginnen, kunnen dit doen, zij het onder voorwaarden. In Nederland was Arriva de eerste die op basis van de open toegang een treindienst begon: de nachttreinen van Groningen en Maastricht naar Schiphol. Straks in december hoopt Arriva de eerste te zijn die treinen rijdt op een traject waar NS het alleenrecht heeft en op een tijdstip waarop ook NS diensten aanbiedt. Daarmee krijgen we voor het eerst in Nederland directe concurrentie op het spoor.
Nederland is bepaald geen koploper op dit vlak. Duitsland (2001), Zweden (2009), Italië (2010), Oostenrijk (2011), Tsjechië (2011) en Slowakije (2014) gingen Nederland voor. In al deze landen blijkt uit het onderzoek dat de prijzen van de kaartjes zakten nadat een concurrent zich op het spoor meldde.
Gemiddeld ging de prijs van kaartjes 28 procent naar beneden. Op de spoorlijn Madrid – Barcelona zakte de prijs 43 procent van 2019 tot 2022 nadat OuiGO de nationale maatschappij Renfe ging beconcurreren en Renfe reageerde door op dit traject eigen budgettreinen, Renfe Avlo, te introduceren. Later verscheen nog een derde vervoerder op dit traject, Iryo. In Zweden daalde de prijs op het traject Stockholm – Gothenburg tussen 2010 en 2015 met 36 procent.
In Oostenrijk schudde WESTbahn in 2011 de spoorsector op. De nieuwe maatschappij ging rijden tussen Salzburg en Wenen en begon volgens het onderzoek met een ’agressieve prijsstrategie’. WESTbahn rekende 17 euro voor een kaartje, terwijl de prijs bij de Oostenrijkse spoorwegmaatschappij ÖBB 48 euro was. ÖBB verlaagde de prijzen niet maar begon met het aanbieden van kortingskaartjes en vroegboekkorting waardoor reizigers hetzelfde voor een kaartje betaalden als bij WESTbahn als ze maar tijdig bestelden.
Volgens het onderzoek daalden de prijzen het hardst direct na de intrede van een nieuwe vervoerder. Op de lange termijn stabiliseren de prijzen zich of gaan ze omhoog. In Oostenrijk zijn de prijzen van WESTbahn gaan stijgen en momenteel is de prijs voor een kaartje Salzburg – Wenen zowel bij ÖBB als Westbahn 57 euro, maar omdat de kortingskaartjes en vroegboekkorting nog wel gelden, reis je toch vaak goedkoper.
Het onderzoek keek ook of de service omhoog ging en ook dat bleek het geval. Zo kwamen op verschillende plekken concurrenten op het spoor met beter materieel waarna ook de bestaande vervoerder het materieel verbeterde. In Tsjechië dwongen de nieuwe vervoerders Regiojet en Leo Express de staatsspoorwegen ČD te investeren in het materieel met als resultaat dat alle vervoerders in het land, volgens het onderzoek, nu rijden met treinen met gratis wifi, stopcontacten, vervoer van grote bagage en een snackservice. Ook in Oostenrijk dwong concurrentie de bestaande vervoerder ÖBB tot het upgraden van het materieel.
Uit het onderzoek bleek in sommige gevallen ook dat de punctualiteit verbeterde, dat de frequentie van de treinen omhoog ging en dat meer mensen de trein verkozen boven andere vormen van transport. Het rapport concludeert dat de prijsverlaging en de betere service de trein een aantrekkelijker vervoermiddel maken en meer mensen de trein in brengen.
Er zijn ook bedreigingen. Zo zit een gebrek aan materieel en de hoge kosten voor materieel nieuwe vervoerders dwars, vooral voor vervoerders die hogesnelheidslijnen willen beginnen. Ook de kaartverkoop is lastig. Nieuwe vervoerders hebben problemen om kaartjes te verkopen op treinstations en toegang te krijgen tot de gangbare verkoopkanalen.
Het onderzoek toont ook aan dat open toegang leidt tot ’cherrypicking’. Nieuwe vervoerders gaan vooral de concurrentie aan op de meest lucratieve trajecten. Felle concurrentie op die trajecten kan leiden tot een verschraling op andere plekken. Cijfers en voorbeelden noemt het onderzoek niet, maar het bleek volgens de onderzoekers wel uit de gesprekken met vervoerders. Ze keken met name naar de prijs en service.
© Treinreiziger.nl
This post was last modified on %s = human-readable time difference 11:55
Minder dan twee maanden na de heropening van de paspoortcontrole in station Amsterdam Centraal moet…
De treinen rijden vanaf woensdagochtend half elf weer zo goed als normaal. De werkonderbreking van…
Meer reizigers dan gedacht gaan last hebben van de werkonderbreking bij ProRail op woensdag. De…
Maandag zijn de acties begonnen van vakbond FNV bij de verkeersleiding van ProRail. Op verschillende…
In 2026 komen er vanuit het Zwitserse Zürich interessante nieuwe verbindingen met Italië bij. Er…
De nieuwe NS Prijs Tijd Deals brengen meer reizigers in de trein en zorgen ervoor…