De dure treinkaartjes. Er wordt veel over gesproken en geschreven, maar hoe duur zijn die treinkaartjes eigenlijk? Duurder dan bus en regionale trein, geregeld toch goedkoper dan de auto en in de laatste tien jaar minder snel duurder geworden dan veel andere dingen.
Nadat het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) deze week meldde dat het openbaar vervoer voor steeds meer mensen te duur wordt, gingen wij bij Treinreiziger.nl na hoe duur een treinkaartje is (geworden). En wat blijkt? Treinkaartjes gingen de afgelopen tien jaar rond de 22 procent in prijs omhoog, terwijl de inflatie gemiddeld 28 procent was. Auto’s stegen in dezelfde periode vijftig procent in prijs, om maar wat te noemen.
De prijsstijging van treinkaartjes bleef onder de inflatie omdat de NS prijzen verhoogde op basis van de verwachte inflatie. De inflatie bleek later hoger te zijn waardoor een ’inflatiegat’ ontstond dat met nieuwe prijsverhogingen nog wel gedicht moet worden. Daarom hadden voor 2025 de prijzen met gemiddeld 12 procent moeten stijgen. Maar dat is nu afgewend omdat het Rijk en NS hebben besloten samen 6 procent van de stijging voor hun rekening te nemen waardoor er nog een gemiddelde prijsstijging van 6 procent overblijft.
De prijs van treinkaartjes wordt berekend op basis van het aantal kilometers, die de NS tariefeenheden noemt. Je betaalt geen vast bedrag per kilometer. In het rekenmodel van NS stijgen de prijzen tussen de tariefeenheden met 10 of 20 cent. Prijsverhogingen worden doorgevoerd door zowel de startprijs te verhogen als door frequenter met 20 cent te verhogen. Dat is makkelijker rekenen maar het betekent wel dat de prijs niet altijd evenredig stijgt.
Voor korte afstanden betaal je voor een treinrit rond de dertig cent per kilometer. Vanaf twintig kilometer is de prijs rond de 25 cent per kilometer en voor de maximale afstand van 200 kilometer komt de prijs op 14,7 cent per kilometer. Hoe langer je treinreis is, des te goedkoper is de trein per kilometer.
Op de allerlangste treintrajecten is de prijs voor een treinkaartje tweede klasse in tien jaar maar zestien procent gestegen. Maar voor de kortste trajecten ging de prijs met 26 procent omhoog. Het starttarief voor de trein (een tot en met acht tariefeenheden) ligt op 2,60 euro en dat is een verhoging van 24 procent ten opzicht van de 2,10 euro in 2014. De voorspelde verhoging van 6 procent voor 2025 kan daarom voor sommige reizigers hoger zijn en voor anderen lager.
De laatste flinke prijsverhoging van de NS in 2023 laat bijvoorbeeld flinke verschillen zien. Voorspeld was dat de prijs met 5,5 procent zou stijgen. Maar dat was gemiddeld. Voor 9 kilometer ging de prijs met 7,7 procent omhoog en voor 19 kilometer (Amsterdam Centraal – Haarlem) ging de prijs slechts 4,2 procent omhoog, 3,5 procent minder dus.
Wat meer voorbeelden van reizen en prijzen:
Regionale treinvervoerders rekenen met een vaste prijs per kilometer, net als met de bus, tram en metro. Je betaalt een instaptarief van 1,08 euro. Blauwnet van Keolis in Twente rekent 20,7 cent voor elke kilometer. Voor Arriva-treinen betaal je 20,8 eurocent per kilometer en in Gelderland ben je met RRReis op de Valleilijn in Gelderland 22,8 cent kwijt voor elke afgelegde kilometer.
De Belgische spoorwegmaatschappij NMBS berekent de prijs van de kaartjes op dezelfde wijze als de NS. Maar het starttarief in België is met 2,50 euro al tien cent lager. Vanaf zeven kilometer stijgt het met tien en twintig cent per kilometer. Voor negentien kilometer betaal je 4,4 euro, dus 50 cent minder dan in Nederland, 11 procent goedkoper. De NMBS verhoogt de prijzen minder hard dan de NS en dus wordt het prijsverschil groter, hoe verder je reist. Voor 80 kilometer betaal je in België 13,80 euro tegen 16,90 euro in Nederland. Ruim twintig procent goedkoper dus.
Op korte afstanden is de trein niet, of maar een beetje, goedkoper dan de auto. De trein is flink goedkoper als je in de kilometerprijs ook de aanschafprijs, verzekeringen en belastingen voor de auto meetelt. En eerlijk is eerlijk, vergelijkbare kosten en meer moet de NS wel in het treinkaartje verwerken. Een middenklasse auto komt dan op 73,3 cent per kilometer (autokosten zijn overgenomen van het Nibud). Terwijl het ’duurste’ treinkaartje op 33 cent per kilometer komt.
Maar heb je al een auto en tellen alleen de variabele kosten voor je, zoals brandstof en slijtage, dan betaal je 30,6 cent per kilometer voor je middenklasse auto en 22 cent per kilometer voor een kleine auto. En dan kan de auto op kortere afstanden dus geregeld goedkoper uitpakken. Als je met meerderen reist, is de auto sowieso in bijna alle gevallen goedkoper.
Reizen per bus, tram en metro is het goedkoopst, als we fietsen en lopen niet meetellen. Je betaalt hiervoor een opstaptarief van 1,08 euro en vervolgens rond de 19 cent per kilometer. De regio Rotterdam is daarbij een positieve uitschieter want de RET heeft een tarief van 16,6 cent per kilometer.
We hebben abonnementen en kortingskaartjes, zoals de 40 procent dalurenkorting, niet meegenomen in het overzicht. Maar met die kortingen wordt de trein uiteraard een stuk goedkoper. Daarmee wint de trein het vaker van de auto maar niet van de regiotreinen, bus, tram en metro omdat die vergelijkbare kortingen hebben.
© Treinreiziger.nl
This post was last modified on %s = human-readable time difference 20:09
Minder dan twee maanden na de heropening van de paspoortcontrole in station Amsterdam Centraal moet…
De treinen rijden vanaf woensdagochtend half elf weer zo goed als normaal. De werkonderbreking van…
Meer reizigers dan gedacht gaan last hebben van de werkonderbreking bij ProRail op woensdag. De…
Maandag zijn de acties begonnen van vakbond FNV bij de verkeersleiding van ProRail. Op verschillende…
In 2026 komen er vanuit het Zwitserse Zürich interessante nieuwe verbindingen met Italië bij. Er…
De nieuwe NS Prijs Tijd Deals brengen meer reizigers in de trein en zorgen ervoor…