Foto: Stefan Verkerk Fotografie
Als de ontmanteling van onbewaakte spoorwegovergangen het tempo van 2020 aanhoudt, duurt het nog twintig jaar voordat alle onveilige overgangen uit Nederland zijn verdwenen. Dat is te lezen in het Jaarverslag Spoorveiligheid 2020 van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de toezichthouder van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
In 2020 zijn 24 onbewaakte en tien bewaakte overwegen opgeheven. Ook zijn er tien onbewaakte overwegen van beveiliging voorzien. Daarmee zijn er minder overwegen opgeheven dan in 2019, toen 42 overwegen werden opgeheven en er drie werden beveiligd.
Ondanks dat het Nederlandse spoor tot de veiligste in Europa kan worden gerekend, zijn er volgens de ILT nog verbeteringen mogelijk om nieuwe slachtoffers te voorkomen. Vorig jaar vonden er twintig zware ongevallen plaats op het spoor, waarvan tien bij een overweg. Bij alle ongevallen samen kwamen in totaal acht mensen om het leven, raakten drie mensen zwaargewond en elf mensen lichtgewond. De aantallen ongevallen en slachtoffers lagen iets lager dan in 2019, toen er elf dodelijke slachtoffers vielen.
Het aantal slachtoffers is ten opzichte van eerdere jaren laag. Dat komt door de coronamaatregelen, waardoor treinen vorig jaar acht procent minder kilometers aflegden dan het jaar ervoor. Reizigers hebben in 2020 80 procent minder kilometers afgelegd per trein, meldt ILT. (NS meldde een afname van 55 procent).
Het kabinet wil de spoorwegwet wijzigen om daarmee de veiligheid bij onbewaakte spoorwegovergangen sneller te kunnen verbeteren. Het wil dat de Rijksoverheid de bevoegdheid krijgt om onbewaakte overwegen op te heffen of om te kunnen opleggen dat ze moeten worden aangepast. Nu ligt de bevoegdheid nog bij de gemeente waarin de overweg ligt.
De Tweede Kamer uitte deze zomer nog kritiek dat het opheffen van overwegen te langzaam duurt. Toen gaf het kabinet aan te verwachten dat de onbewaakte overwegen eind 2023 zijn opgeheven. Particuliere overwegen vallen daar echter buiten, en ook daar gebeuren ernstige ongelukken. Het ontmantelen van de particuliere overwegen zal veel langer duren, vandaar ook dat de inschatting van ILT afwijkt van de kabinetsplanning.
De Inspectie meldt verder dat er in 2020 in totaal 95 keer een stoptonend sein (STS) werd gepasseerd. Dit is beduidend minder vaak dan het jaar ervoor (142). In twintig gevallen (21%) passeert het spoorvoertuig niet alleen het sein, maar ook het achterliggende gevaarpunt waar de kans op een botsing aanwezig is. Deze categorie van STS-passages is in aantal eveneens afgenomen ten opzichte van 2019 (34). Vooral op rangeerterreinen zijn minder STS-passages.
(c) ANP / Treinreiziger.nl
This post was last modified on 14 december 2021 08:47
Er rijden op vrijdag minder treinen tussen Amsterdam Centraal en Schiphol omdat ProRail de tweede…
Topman Richard Lutz van Deutsche Bahn (DB) ziet een ommekeer in de crisis waarin het…
Bezuinigingen dreigen het openbaar vervoer in Nederland onherstelbaar te beschadigen. Hiervoor waarschuwt reizigersvereniging Rover die…
Belangenorganisaties willen dat de NS de dienstregeling voor 2026 verbetert voor reizigers van en naar…
De nieuwe NightJet van ÖBB doet vanaf 28 mei dienst op de verbinding tussen Amsterdam…
Met een rapportcijfer van 7,8 blijft de waardering van het openbaar vervoer in Nederland hoog.…