Foto: Stefan Verkerk Fotografie
De stadsvervoerders GVB (Amsterdam), RET (Rotterdam) en HTM (Den Haag) willen nu om de tafel met de Rijksoverheid, zodat er meer geld beschikbaar komt voor openbaar vervoer. Ze wijzen erop dat de zogenaamde Brede Doeluitkering (BDU) tussen 2008 en 2021 met 15% is gedaald, terwijl steeds meer mensen in de stad met het openbaar vervoer reizen.
De brede doeluitkering is een financieringsprogramma voor regionaal verkeer. De grootste kostenpost van de BDU is de exploitatie van het regionale openbaar vervoer. Ook gaat er geld naar beheer en onderhoud. “Terwijl die vergoeding tussen 2008 en 2021 daalde, zijn ons areaal (verspreidingsgebied, red.) en reizigersaantallen met tientallen procenten toegenomen, wat grote druk zet op onze bedrijven” stellen GVB, RET en HTM in een gezamenlijke verklaring.
De stadsvervoerders stellen dat de GVB, HTM en RET tussen 2010 en 2019 het aantal reizigers met meer dan 25% zagen groeien. Dat is deels te verklaren door lijnen die zijn overgegaan naar de stadsvervoerders. Volgens de HTM is het aantal reizigers tussen Den Haag en Zoetermeer explosief gestegen: van dagelijks 17.000 naar 80.000. De RET wijst op de enorme reizigersgroei bij metrolijn E, de voormalige Hofpleinlijn. Hier reizen nu 45.000 reizigers per dag, in plaats van 6.000.
Voor de vervoerders is er goed nieuws, want ook het nieuwe kabinet is van plan de zogenaamde BDU-uitkering te verhogen. De vervoerders dringen snel aan op duidelijkheid, want de precieze uitwerking en bedragen waarop vervoerders straks kunnen rekenen is nog onduidelijk.
Deze week heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) precies becijferd hoeveel geld er naar mobiliteit gaat, en wat het oplevert. Per saldo levert het wegvervoer circa 10 miljard per jaar op, terwijl het openbaar vervoer juist voor een kostenpost van 4 miljard zorgt. Tijdens de coronacrisis is dat opgelopen tot 6 miljard. “Niet meegenomen zijn de effecten op klimaat, verkeersveiligheid, leefomgeving en milieu; het verschil tussen de modaliteiten is hierbij groot. Het saldo levert daardoor onvoldoende beeld op voor de totale kosten en baten van verkeer en vervoer voor de samenleving” concludeert het KiM.
Waar de vervoerders vooral wijzen op de afname van de BDU-steun, concludeert het KIM dat de uitgaven van het mobiliteitsbudget nu voor 36% naar openbaar vervoer gaan (2019), dat was in 2008 31%. Daarin zitten ook de bedragen die naar spoor gaan, bijvoorbeeld voor verbetering van de infrastructuur.
De vervoerders willen niet alleen meer geld via de BDU-regeling, maar ook een nieuwe compensatieregeling vanwege de coronacrisis. De huidige regeling loopt tot en met september 2022. “Er zijn zowel over de BDU als de coronasteun op korte termijn afspraken nodig om duidelijkheid te kunnen bieden over onze dienstregeling na september” stellen de vervoerders.
This post was last modified on 18 januari 2022 10:47
Een directe treinverbinding van Brussel naar Venetië klinkt als een droom voor treinliefhebbers. En dat…
De storingen, die zondag flinke hinder veroorzaakten voor het treinverkeer rond Amsterdam, zijn ontstaan omdat…
Op meerdere trajecten in de Randstad rijden zondag nauwelijks treinen door meerdere storingen aan wissels…
De eerste nachttrein van Zwolle via Lelystad, Almere, Amsterdam Centraal naar Schiphol Airport is in…
De Franse spoorwegmaatschappij SNCF heeft de verkoop geopend voor de zomer. Alle ritten met de…
De 24-uurs treinstaking in België die zondagavond begint, heeft ook impact op het Nederlandse spoor.…