Directeur Vervoer (NS): Aangepaste dienstregeling ook nu nodig
23 jan 2013 17:14
Ook donderdag rijdt NS opnieuw met een aangepaste dienstregeling. Het is voor de 8e keer dit jaar, en 10e keer deze winter dat er een landelijk aangepaste dienstregeling geldt. Veel reizigers vragen zich af waarom ProRail en NS nog steeds een aangepaste dienstregeling hanteren. Wim Fabries, directeur Vervoer bij NS Reizigers, gaat op die en andere vragen in.
Waarom is die winterdienstregeling nog nodig, het sneeuwt toch niet meer?
Fabries: “Met name in de nachten vriest het nog steeds streng en aan de grond is het vaak nog kouder. Vorst in combinatie met eerdere sneeuwval leidt tot meer storingen aan de infrastructuur en aan treinen. Zo kan ijzel aan de bovenleiding bijvoorbeeld de stroomafnemers van treinen en de bovenleiding beschadigen. Ook is de elektronica van wissels, wisselverwarmingen en treinen bij deze lage temperaturen kwetsbaar. Andere zaken die we op dit soort dagen tegenkomen zijn bijvoorbeeld sneeuw- en ijsresten onder de wielkasten van treinen die, als ze er vanaf vallen, in wissels kunnen vallen of kritische delen aan de onderkant van de trein beschadigen.”
En dan is er een aangepaste dienstregeling nodig?
Fabries: “Door de speciaal aangepast dienstregeling te rijden hebben NS en ProRail meer ruimte in de dienstregeling om te zorgen dat storingen die zich voordoen door het winterweer snel kunnen worden opgelost. Op een normale werkdag rijden we als NS met ca. 5.200 treinen. Nu met ca. 20% minder. Ik realiseer me dat het voor klanten soms vervelend is als er toch wat gebeurt of als het drukker is dan normaal.”
Op sommige trajecten zitten treinen erg vol. Jullie zouden toch langere treinen inzetten?
Fabries: “Wij maken de treinen zo lang als kan bij een aangepaste dienstregeling. Vorig jaar konden we dat ’s nachts in de aanloop naar een aangepaste dienstregeling alleen nog regelen voor onze intercity’s. Sinds dit jaar ook voor de sprinters die gaan rijden voor de reiziger. "
Toch zijn er klachten over volle treinen.
Fabries: "Het langer maken van treinen lukt op veel trajecten inmiddels redelijk. Maar doordat we minder treinen rijden is het natuurlijk wel drukker dan normaal. Dat is vervelend. Zeker in bijvoorbeeld de Randstad zie je dat."
Sommige treinen zijn echter niet langer. Waarom niet?
Fabries: "Op sommige trajecten rijden we normaal al met het maximale aantal rijtuigen in de ochtend- en avondspits. Perrons kunnen simpelweg niet meer rijtuigen aan qua lengte. Zo rijden wij op trajecten naar Den Haag en Rotterdam en trajecten vanuit het Zuiden naar de Randstad met soms wel 12 rijtuigen achter elkaar."
Maar sommige treinen zijn soms ook korter dan normaal. Dat is vreemd. Toch?
Fabries: "Als er een trein kapot is of we hebben te maken met wisselstoringen dan moeten wij snel noodmaatregelen nemen. In dat soort gevallen kan het dus voorkomen dat er een andere trein komt voorrijden dan de bedoeling was. Dat is de afgelopen week vaker voorgekomen dan me lief is door de winterse storingen."
Wat moet er verder gebeuren om de hinder voor reizigers te beperken?
Fabries: "De komende jaren investeren ProRail en NS in een structurele verbetering van het spoor. Zo wordt het proces van de zogenaamde ‘bijsturing’ van treinen bij storingen door NS en ProRail fundamenteel herzien. Voor de korte termijn zijn onderhoudsploegen van ProRail centraler gestationeerd evenals bijvoorbeeld reservematerialen. Dat is een les van afgelopen winters. De ervaringen in andere landen hebben ons daarbij geholpen. NS test deze winter verder een nieuw systeem voor het geautomatiseerd herplannen van honderden personeelsleden na een grote storing.”