fbpx
Foto: Guus van de Wetering (NS/GUUS PR, archief)

Aangepaste dienstregeling bij tien procent kans op enige sneeuw

01 okt 2012 22:59

De Nederlandse Spoorwegen en ProRail zijn weer in volle gang zich voor te bereiden op de winter. Hopelijk deze keer met meer succes dan de laatste drie winters. Komende winter zullen NS en ProRail al bij tien procent kans op enige sneeuw de dienstregeling in de gehele Randstad aanpassen. Dat gaat ten koste van 18% van alle treinritten.

Ook als er temperaturen lager dan -10 graden worden verwacht, zal de dienstregeling worden aangepast. Als er eenmaal is overgeschakeld op een aangepaste dienstregeling, geldt er voor de dagen daarna een iets strenger criterium: dan moet er ergens in Nederland minimaal 10% kans zijn op tenminste 3 centimeter sneeuw. 

Aanpassen blijkt achteraf vaak onnodig
Als de afgelopen tien jaar deze regels hadden gegolden, dan was het treinverkeer op 121 dagen aangepast. Gemiddeld dus zo´n 12 keer per jaar. Op veel van de 121 dagen verliep het treinverkeer de afgelopen tien jaar overigens goed. Op 43 van de 121 dagen kwam de punctualiteit onder de 70 procent uit, of het aantal opgeheven treinen boven de vijf procent. 

Verstoringen beter beheersen
In de aangepaste dienstregeling vervalt 18 procent van het aantal treinen. Op vrijwel ieder traject blijven er minimaal twee sprinters en twee intercity´s per uur rijden. Ingrid Thijssen, directeur van NS Reizigers legt uit: “Bij een aangepaste dienstregeling gaan we in de brede Randstad naar halfuurdiensten in plaats van kwartierdiensten. Twee in plaats van vier treinen per uur betekent minder kans op opstoppingen doordat ProRail meer ruimte heeft om verstoringen op te lossen en NS en ProRail de logistieke puzzel van honderden treinen beter kunnen beheersen”.

Doorgeschoten  
Volgens hoofdredacteur Hildebrand van Kuijeren van Treinreiziger.nl is het nieuwe beleid te ver doorgeschoten. "Gemiddeld 12 dagen per winter de treindienst uitdunnen gaat erg ver. Je voorkomt er misschien mee dat op sommige dagen 30 procent van de treinen vijf minuten of meer vertraagd is, maar daarvoor in de plaats schrap je preventief 18 procent van alle treinen".
Volgens de hoofdredacteur is er overigens niets op tegen om bij een verhoogd risico op spoorchaos preventief de dienstregeling aan te passen. "Maar niet al bij een kans van tien procent op enige sneeuw". 

Andere maatregelen
Behalve de aangepaste dienstregeling, neemt de spoorsector meer maatregelen die de kans op spoorchaos moeten verkleinen. Een overzicht van de belangrijkste maatregelen:

  • Bij een aangepaste dienstregeling zullen rijdende Sprinters en Intercity´s indien mogelijk verlengd worden. Afgelopen winter werden alleen intercity´s verlengd.
  • Bij een aangepaste dienstregeling zal NS 70 extra machinisten en 70 extra conducteurs beschikbaar hebben. Op dagen dat er geen aangepaste dienstregeling geldt, maar wel winterse omstandigheden worden verwacht zijn er 20 extra machinisten en 10 extra conducteurs beschikbaar.
  • 229 cruciale wissels krijgen voor 1 december een ´winterbeurt´. Tijdens de winterbeurt worden de wissels grondig geïnspecteerd, worden de wissels schoongemaakt en worden eventuele gebreken indien mogelijk direct verholpen. 
  • 86 wissels kunnen gedeactiveerd worden. Die wissels kunnen dan geen wisselstoringen veroorzaken omdat ze niet in gebruik zijn. 
  • Daarnaast worden 3100 kernwissels aangepakt. De wisselverwarming zal worden verbeterd. Tachtig procent zal rond 1 november uitgevoerd zijn. 
  • Anti-icing op zes locaties. Anti-icing is een methode om te voorkomen dat grote blokken ijs zich aan de trein hechten. Vorig jaar werd dit toegepast op één locatie, komende winter op zes locaties. Een zevende locatie (Zwolle) gaat niet door.  De locaties zijn op 1 december gereed, 1 maand later dan gepland. Gezien de lopende garantievoorwaarden voor SLT (sprintermaterieel) en de nieuwste serie VIRM (intercitymaterieel) kunnen deze materieeltypes niet behandeld worden met anti-icing. Deze winter zal 70% van het materieelpark wel worden behandeld, vorige winter was dat slechts 3%.
  • Extra personeel voor het oplossen van storingen.
  • In de regio Noord Oost en Randstad Noord zullen storingsploegen met blauw zwaailicht worden uitgerust. Daarmee moet worden voorkomen dat storingsploegen vast komen in het verkeer. Het gaat om een pilot.
  • Extra reservematerieel, voor het geval dat er treinen kapot gaan.
  • Een aantal maatregelen moeten ook de be- en bijsturing verbeteren. Toch zal dit een kwetsbaar punt blijven. Op drukke dagen komt er extra personeel om de storingen te registreren. Daardoor moet er een beter overzicht ontstaan. De bijsturing zal bij extreme weersomstandigheden echter niet in staat zijn om het treinverkeer gecontroleerd te laten stoppen en later weer gecontroleerd te laten starten.
  • Daarnaast loopt er nog een onderzoek of rijdend personeel kan worden ingezet om bijvoorbeeld wisselstoringen te verhelpen. 

Zullen de maatregelen helpen?
De lijst maatregelen mag dan imposant lijken, de kans dat er weer problemen ontstaan tijdens de winter zijn niet uit te sluiten. Vooral de bijsturing is een kwetsbaar punt gebleken. Dat zal voorlopig ook zo blijven. Door sneller over te schakelen naar een uitgedunde dienstregeling hoopt de spoorsector de controle op het spoor niet kwijt te raken.

Foto´s: de eerste twee foto´s zijn gemaakt door Guus van de Wetering (NS), de laatste twee foto´s zijn afkomstig van Daud Pechler.