fbpx

Spoorlijn Leeuwarden – Harlingen

08 okt 2009 17:57

De spoorlijn Harlingen – Leeuwarden bestaat sinds 27 oktober 1863. De spoorlijn maakte in het verleden deeluit van de staatslijn B, die liep van Harlingen tot Nieuweschans. De spoorlijn Harlingen – Leeuwarden heeft een lengte van 26 kilometer. 

De spoorlijn is niet geëlektrificeerd, enkelsporig en beveiligd met ATB-NG en TPRB (Ter Plaatse bediend RelaisBlokstelsel). Deze beveiliging wordt bediend door de machinist. De spoorlijn verbindt een aantal plaatsen in Noordwest Friesland met Leeuwarden. De aanvoer van reizigers die uit Harlingen Haven met de boot naar de Waddeneilanden reizen, is een bijzonder kenmerk van de lijn. Er is beperkt goederenvervoer op de lijn. De spoorlijn Leeuwarden – Harlingen is een decentrale spoorlijn. Dat wil zeggen dat de lijn onder verantwoordelijkheid light van de lokale overheid (Provincie Friesland). Arriva exploiteert het reizigersvervoer en zet daarbij sinds 2007 modern GTW (Spurt) materieel in. 

Cijfers
Op de lijn worden zo´n 18,8 miljoen reizigers kilometers afgelegd. Dertig procent van de reizen vindt plaats in de spits en 34% van de reizen wordt afgelegd met een OV-studentenkaart. Dit is lager dan bij andere decentrale spoorlijnen. Op de lijn rijdt twee keer per uur een trein. In de periode 2002 – 2006 is het aantal reizigers met 5,6% gegroeit. In totaal gaat het om bijna 3000 reizen per dag (2981).
In 2009 is het aantal reizigers op de spoorlijn juist afgenomen. Mogelijk komt dat door werkzaamheden tussen Harlingen en Harlingen Haven. Er rijden momenteel geen treinen maar bussen tussen beide stations. 

Toekomst
De groeiverwachting van vervoerders en decentrale overheid (provincie Friesland) beloopt 43% tot 2020. Berekeningen of studies hierbij zijn volgens vervoerder Arriva en decentrale overheid gebaseerd op een rapport van Goudapppel Coffeng en Economisch Bureau Coulon (Een duurzame bereikbaarheidsstrategie voor een florerend Noord Nederland, 2002). Het KiM komt op een groei tussen 24 en 32%.

Cijfers van 2006 in beeld

Bron: Decentraal spoor Centraal van Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Ook de afbeelding is afkomstig uit deze rapportage.