fbpx

NS kan extra steun krijgen bij internationale concurrentie

Als een ander spoorbedrijf op een internationale treinroute de concurrentie aan gaat, kan NS extra financiële steun krijgen. Voorwaarde is wel dat de internationale concurrent ook binnenlandse reizigers vervoert en dat NS daardoor minimaal 10 miljoen euro omzet misloopt op het hoofdrailnet. Dat zei staatssecretaris Mansveld woensdag in een debat in de Tweede Kamer.

In Europa mag ieder spoorbedrijf capaciteit aanvragen voor een internationale treindienst. Zo was Arriva aanvankelijk van plan met de Lage Landen Lijn te gaan concurreren met NS. Zo´n internationale treindienst moet vooral gericht zijn om internationaal vervoer, maar mag ook binnenlandse reizigers meenemen.

Als een treindienst te veel op binnenlands vervoer is gericht, kan ACM zo´n treindienst verbieden. Maar als zo´n treindienst niet verboden wordt, maar wel zorgt voor gemiste omzet, wil Mansveld NS compenseren. Anders komt de business case van het hoofdrailnet in gevaar.

Bij de beoordeling van de Lage Landen Lijn stelde de overheid te strenge eisen. Bijvoorbeeld dat minimaal 75 procent van de reizigers de grens moest passeren. De Europese Commissie stelde die grenswaarde bij naar 50 procent. Ook legde Nederland vast dat internationaal treinverkeer niet tot meer dan 0,4 procent inkomstenderving en verlies aan reizigers van het totale hoofdrailnet mag leiden. Ook deze regel werd geschrapt door de Commissie. Maar door de nieuwe concessie wordt NS wel beschermd tegen inkomstenderving.

In het debat kreeg overigens ook de ACM kritiek van de PvdA en SP. Volgens Duco Hoogland van de PvdA gedraagt de ACM zich vooral als autoriteit van de markten, maaar wordt de C van consumenten vergeten. De SP ging nog een stap verder en stelde dat de ACM politiek bedrijft. De SP is boos dat de ACM NS beschuldigt van machtmisbruik, terwijl daarvoor volgens Tweede Kamerlid Farshad Bashir geen bewijs is. Hij wilde dat de ACM op het matje geroepen zou worden. D66 wees er echter op dat de ACM onafhankelijk is, en daarom juist niet aangestuurd wordt door een Staatssecretaris.