fbpx

Voorkomen van faillissement door Staat was loze belofte

29 mei 2015 16:57

De uitkering van een superdividend van 1,4 miljard euro had niets te maken met de overeenkomst tussen NS en het ministerie van Verkeer en Waterstaat over hulp aan de noodlijdende High Speed Alliance (HSA), exploitant van de hogesnelheidslijn. Dat zei Wouter Raab, directeur Financieringen en Deelnemingen van het ministerie van Financiën. Hij weet niet dat mensen van zijn ministerie ooit hebben gezegd dat de Staat faillisement zou voorkomen. Volgens hem was het een loze belofte.

Een brief aan de Tweede Kamer over de overeenkomst van de Staat en NS met daarin dat de Staat het faillissement van HSA te voorkomen, het Memorandum of Understanding, kwam tegelijk met een brief van toenmalig minister van Financiën Wouter Bos over het superdividend, een uitkering van NS aan aandeelhouder Staat. In de stukken heeft Raab geen verband kunnen ontdekken. "Wij werken zo niet: kom maar met dat superdividend, dan komen wij met het memorandum. Er is wel over gesproken, maar het is niet gehonoreerd".

Faillissement voorkomen
De overeenkomst Memorandum of Understanding was een overeenkomst om de tijd tussen 2008 en het moment dat er treinen zouden gaan rijden te overbruggen. In de overeenkomst was opgenomen dat de Staat maatregelen zal nemen om faillissement te voorkomen. Maar volgens Raab stelde die zin niet veel voor, omdat er ook een verwijzing stond naar het oorspronkelijke contract. Volgens Raab zou HSA alleen gered worden binnen de mogelijkheden van het contract. Het was dus geen blanco cheque, hield hij de commissie voor.

Mondeling
Volgens het contract was een structurele tegemoetkoming alleen mogelijk als er externe oorzaken waren. Andere tegemoetkomingen konden alleen van tijdelijke aard zijn. Raab stelde dat het om een procesuitspraak ging, omdat er niet zomaar geld bij zou gaan. Volgens de commissie is vanuit Financiën mondeling verzekerd dat de Staat HSA niet failliet zou laten gaan, maar daar weet Raab niets van. Als die belofte van Financiën was gekomen, had hij het geweten, zo stelde hij.

Superdividend
De onderhandelingen rond het superdividend van 1,4 miljard euro verliepen moeizaam. "Mijn plaatsvervanger heeft wel aangegeven dat het ongelooflijk moeilijk was om gegevens te krijgen", zegt Raab. Ze konden uiteindelijk via een adviseur alles vragen over de achterliggende cijfers en het ministerie was tevreden met het resultaat van 1,4 miljard. Eerder werd uitgegaan van 1 miljard euro. Raab zou de weigering van de NS om stukken te overleggen nu niet meer accepteren. "Maar er is sinds die tijd veel veranderd in onze omgang met NS en andere deelnemingen."

Bijstorten
Met bijstorten was de HSA volgens Raab niet te redden. "Er stonden geen inkomsten tegenover de uitgaven en die los je niet op met kapitaalstorting. Je verbrandt geld: volgens Europese regels is dit staatssteun, wat waarschijnlijk niet is toegestaan. Het gaat tegen het belang van de belastingbetaler in en ook tegen het belang van de reiziger. Wat je moet doen is kijken of je de businesscase kunt verbeteren. Dan kun je kapitaalstorting overwegen," legde hij uit. 

Aandeelhouder
Als aandeelhouder heeft het ministerie van Financiën zich niet bemoeid met de financiële problemen van HSA. "Wij zagen het als een zaak tussen de twee partijen die het contract hadden gesloten: het ministerie van Verkeer en Waterstaat en NS", zegt Raab. Volgens hem hebben zijn mensen wel contractuele expertise aangeboden. 

Faillissement als optie
In notities heeft Financiën aangegeven dat een faillissement ernstige gevolgen zou hebben. Een van de opties die Financiën aangaf was HSA failliet te laten gaan, ook al zou dat NS reputatieschade opleveren. "Dan had je wel een stop gezet op een potentiëel geldlek, maar zit je nog steeds met het probleem dat er geen treinen rijden. Dat is vervelend voor de reiziger en voor Verkeer en Waterstaat betekende het nog een investering." Het economisch slechtere klimaat speelde ook mee, omdat in 2008 de eerste signalen kwamen van een komende economische crisis.

Publiek-privaat
Hij beschouwde het contract voor de hogesnelheidslijn als publiek-private samenwerking, ook al was NS met als enige aandeelhouder de Staat een staatsbedrijf. In HSA, de NS-dochter die het HSL-vervoer won, had KLM ook nog een klein aandeel (10%). Toen om geld gevraagd werd, gaf Financiën lang niet thuis. "De NS wilde stukken niet leveren. Toen zeiden wij dat de structurele tegemoetkoming niet kwam."

(c) Allesispolitiek.nl