fbpx

Vanaf 2016 meer treinen Almere – Amsterdam

Vanaf 2016 kunnen er twaalf treinen per uur rijden vanuit Almere richting Amsterdam. Op dit moment rijden er nog acht treinen per uur. Dat meldt staatssecretaris Mansveld in een brief aan de Tweede Kamer. Vanaf 2023 moet het aantal treinen in de spits verder stijgen naar 16 treinen per uur.

Mansveld maakt echter nog wel een voorbehoud. De extra treinen gaan vanaf eind 2016 alleen rijden bij een voldoende vervoersvraag. Als die er is dan gaan er per 2016 vanaf Almere vier intercity´s per uur rijden richting Amsterdam Zuid en vier richting Amsterdam Centraal. Daarnaast zullen de huidige vier sprinters blijven bestaan. Om de extra treinen mogelijk te maken wordt er tot 2016 900 miljoen euro in het traject geïnvesteerd. Met dat geld wordt de spoorverdubbeling Schiphol – Diemen gerealiseerd. 

Spoorboekloos rijden
De bedoeling was aanvankelijk dat de rest van de gereserveerde 1,4 miljard tot 2020 uitgegeven zou worden. De staatssecretaris maakt echter bekend drie jaar extra de tijd te nemen, tot 2023. Vanaf 2023 moet het spoor geschikt zijn om zestien treinen per uur te verwerken. Tussen Lelystad, Almere, Amsterdam Zuid en Schiphol moet dan iedere tien minuten een sprinter gaan rijden en iedere tien minuten een intercity. Daarnaast nog eens vier intercity´s vanuit Flevoland naar Amsterdam Centraal.

Alleen in de spits
In beginsel hoeft NS de uitbreiding vanaf 2023 alleen in de spits te bieden. Op dat moment kunnen er ook op de Gooilijn zes sprinters per uur gaan rijden. Stoptreinreizigers vanuit Almere kunnen dan in Weesp overstappen voor Amsterdam Centraal.

ERTMS
In de brief gaat Mansveld niet in op de eventuele gevolgen voor het treinaanbod Almere Utrecht. Daar rijden nu twee treinen per uur. Als ook die blijven rijden moeten op een deel van het traject dus 18 reizigerstreinen per uur afgewikkeld kunnen worden. Mansveld denkt dat dit mogelijk is door te inversteren in ERTMS. Met dit beveilings- en besturingssysteem kunnen treinen sneller na elkaar vertrekken en aankomen. Daardoor denkt Mansveld de spoorcapaciteit beter te kunnen benutten. Ook wordt het geld gebruikt om twee extra inhaalsporen bij Weesp aan te leggen. Daardoor krijgt Weesp in de toekomst acht sporen.

Twijfels
In april uitte provincie Flevoland nog zorgen op de plannen. "De regio ziet de oplossing vooral in aanpassing van het spoor. Ook heeft de provincie vragen gesteld over de effectiviteit van ERTMS. Vanwege het belang van deze spoorlijn voor de regio voelt deze niet veel voor experimenten op de SAAL-corridor (Schiphol – Amsterdam Almere – Lelystad)", aldus de provincie in april.

Kwetsbaar
Volgens de redactie van Treinreiziger.nl zijn die zorgen terecht. "ERTMS vergroot de capaciteit en er wordt geïnvesteerd in een aantal aanpassingen. De vraag is of dat dit voldoende is om in de toekomst de treindienst betrouwbaar uit te blijven voeren. Nu al is het spoor kwetsbaar. Als er straks een kleine verstoring ontstaat, neemt de impact daarvan verder toe" zegt redacteur Hildebrand van Kuijeren.

Belangrijke stap
Het huidige besluit van de staatssecretaris heeft echter de zorgen bij de provincie weggenomen. "Onze zorg was vooral gericht op de middelange termijn. Er is nu besloten om per eind 2016 meer treinen te laten rijden. Dat is een belangrijke stap" reageert een woordvoerder van de provincie. Verder zijn er rond Almere geen extra sporen nodig, omdat Weesp inhaal sporen krijgt. "Vier sporen op Almere Centrum zijn dan voldoende. Hiermee zijn onze zorgen weggenomen".

Vertraagde besluitvorming
Eigenlijk was het de bedoeling dat er al in 2011 een besluit genomen zou worden. Dat werd toen echter uitgesteld met het idee om een besluit te maken in samenhang met een besluit over een toekomstige metroverbinding tussen Flevoland en Amsterdam via het IJ. Een besluit daarover laat echter langer op zich wachten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *